AMBASSADEUR TON SIJBRANDS

R.C. Keller was een van de allersterkste spelers die ons land, nee: die de wereld gekend heeft. Zijn record van dertien(!) nationale titels staat nog steeds als een huis; wie zal het ooit nog kunnen evenaren of verbeteren? En met name in 1956, toen hij er in het WK-toernooi eindelijk in slaagde zijn eeuwige rivaal Roozenburg vóór te blijven, scheelde het waarlijk niet veel of Keller had zijn imposante carrière met een wereldtitel bekroond. Het mocht helaas niet zo zijn: de Canadees Deslauriers bleek een fractie (1 punt) productiever… Maar aan Kellers geweldige staat-van-dienst deed het niets af.

Keller was echter niet alleen een groot speler. Ook als auteur (zie bijvoorbeeld het Prisma Damboek) en als rubriekredacteur (Keller was decennialang verbonden aan Het Vrije Volk, waarvoor hij tijdens toernooien of WK-matches de dagelijkse verslaggeving verzorgde) zette hij zich onvermoeibaar in voor de verbreiding van ons prachtige spel. Nog zie ik de schriften voor me – het moeten er honderden zijn geweest! – waarmee hij zich aan de hand van een aantal diagramstanden een adequaat beeld van de partij(en) trachtte te vormen.

Maar het was vooral de opleiding van jeugdige talenten die Keller ter harte ging. Hij placht die – meestal op woensdagmiddag – in zijn huis in Buitenveldert (Amsterdam) te ontvangen, waar zij de belangrijkste principes van het hogere positiespel kregen aangereikt. Inclusief de ‘kunst’ (want hij wist je ervan te doordringen dat daar vaak nog verbluffend veel voor komt kijken!) om een in het middenspel verkregen voordeel in een gewonnen eindspel om te zetten.

sijbrands-kellerEn hij hielp zijn protégés ook op een andere manier op weg. Zodra Keller namelijk vond dat een jong talent ‘rijp’ was voor een sprong in het diepe, wendde hij zijn invloed aan om de desbetreffende jeugdspeler een keuzeplaats in een wedstrijd bij de senioren te bezorgen. Zo was het aan Keller te danken dat ik in januari 1964 als 14-jarige aan het kampioenschap van Amsterdam mocht deelnemen. Die onderneming was bepaald niet zonder risico, maar de eindstand van het toernooi bewees Kellers gelijk: mét de onlangs op 97-jarige leeftijd overleden Lex den Doop zou ik op de eerste plaats eindigen! Ook het feit dat enkele Nederlandse jeugdkampioenen uit de eerste helft van de jaren zestig (ik noem slechts Ed Holstvoogd en Harm Wiersma) een uitnodiging voor het senioren-NK van het daarop volgende jaar ontvingen, moet voor een belangrijk deel op het conto van R.C. Keller worden geschreven.
 
Inmiddels zijn we een halve eeuw verder. Er is, ook in de damwereld, veel veranderd. Wat echter níét veranderd is, is dat (ook) de jeugdige talenten van 2015 damtechnische begeleiding behoeven op hun weg naar de top. Die begeleiding wordt mede mogelijk gemaakt door het fonds dat Keller kort voor zijn dood in het leven riep en waaraan men later zijn naam heeft verbonden. Het Keller-fonds verdient daarom uw onbekrompen steun! Ik dank u bij voorbaat.

Ton Sijbrands